Marije Langelaar, ‘Vonkt’

cover-3

Achterflap

Het verlangen tot samensmelting met alles om haar heen komt telkens terug in deze derde bundel van Marije Langelaar. Alles vonkt. Dat die vonken niet zonder gevaar zijn, lezen we in de eerste afdeling van deze bundel, ‘De afgrond omsingelen’, een verontrustend verslag van een persoonlijke strijd. ‘Een slag op de trom’ zet de toon voor een crescendo en de bundel sluit af met ‘Love songs for the Absolute’. Langelaars taal is spannend en precies, in elke regel gebeurt er iets.

‘Wat zijn wij toch eenvoudig mompelde ik, / terug op de achterbank / we verdrinken in water /
en gaan dood aan de zon’.

Marije Langelaar leest zelf voor

  • Vonk ‘(p. 67) leest ze ook voor in een filmpje op DichterBij
    Je krijgt meteen een kijk op het dagelijks leven van mama Marije Langelaar.
  • Op de Nacht van de poëzie 2017
    (‘Gleden in de tobbe, onze kleren’)
    (‘Stad’)
    ‘Houd je schil vast’ (p. 17)
    ‘Trommel’ (p. 29)
    ‘Stoel’ (p. 71)
    ‘Vonk’ (p. 67)
  • Op de uitreiking van de Herman de Coninckprijs 2018
    Met een heel korte, maar verhelderende inleiding.
    ‘De gracht’ (p. 53)
    ‘Vonk’ (p. 67)
    ‘Stoel’ (p. 71)
  • ‘Stoel’ – p. 71, Marije Langelaar leest, video door Klaas Verpoest (voor de Herman de Coninckprijs 2018)

Ook mooi

  • Anneke Claus leest het gedicht ‘Vonk (p. 67) voor op Ogendicht van de VPRO.
  • ‘Hart’, p. 83 op Watou, 2018 (vreemd genoeg zonder de eindstrofe van p. 84).
    In dialoog geplaatst door intendant Jan Moeyaert met een kunstwerk van Arne Quize – My secret rose garden crazy for you 180202 – © eigen foto’s.

WP_20180816_14_58_16_ProWP_20180816_14_58_40_Pro (1)

Nog online

Recensies

  • “Ik ken weinig Nederlandstalige dichters die zo tactiel zijn aangelegd. Haar gedichten klinken als een heus antidepressivum.
    Dat ligt ook aan de structuur van de bundel: de drie cycli geven een crescendo weer. Vanaf de diagnose van de relatiebreuk en de daarmee eerst nog gepaard gaande lethargie in de eerste cyclus, over de wil en de noodzaak tot heropstanding in de tweede en de triomfantelijke omarming van het bestaan in de slotcyclus, waarvan de titel − explicieter kan het niet − ‘Love songs for the absolute’ luidt.”
    Luuk Gruwez in Zalig, dat hout in mijn wervels!, De Standaard
  • “De bundel vertelt het verhaal van een vrouw, een vrouw met een man of op zoek naar een man, een moeder die zich bovengemiddeld bewust is van haar vruchtbaarheid, een heldin die moedig en nieuwsgierig op pad gaat. In veel van de gedichten vindt een onverwachte en verrassende metamorfose plaats, maar er is wel degelijk doelgerichtheid in het spel, want als de protagoniste één ding nastreeft is het de exploratie van nieuwe werelden. Er worden huizen verlaten en deuren geopend, er wordt gebaard en geboren dat het een lieve lust is, we bezoeken een ‘nieuw koninkrijk’, men stapt ‘een andere wereld’ in en we maken kennis met een ‘vrouw die nieuwe bruggen, steden, velden uit de grond trekt’. (…)
    Centraal staat hier de triomf van de vrouw, ik aarzel niet haar de oerkracht van een moedergodin toe te kennen. In Vonk ontdekt ze tijdens een ongemakkelijk verlopend radio-interview, waarbij ze aanvankelijk alleen maar zwijgt, een innerlijk vuur dat de wereld kan bezielen.”
    Piet Gerbrandy in Innerlijk waken op dereactor.org
  • “Ook in haar jongste bundel maakt Langelaar bijgevolg ruim gebruik van materiaal dat zich autobiografisch laat lezen. Die gegevens vormen evenwel niet veel meer dan het vertrekpunt voor een eigen associatieve logica. De wereld van de dichter is slechts tot op zekere mate realistisch, want doorlopend gebeuren er onmogelijke dingen, droomervaringen, vreemde ontmoetingen. Die openen de weg naar een soort van parallel universum, vol symbolen en surrealistische verbanden.”
    Dirk De Geest op MappaLibri
  • “Met Vonkt heeft Marije Langelaar een levendige en rijke bundel afgeleverd die bol staat van de treffende beeldspraak. Haar frisse, doordachte taal en gedachten zijn een waardevolle toevoeging aan het Nederlandse dichtlandschap (…)
    Willem Goedhart in Een stortvloed aan veranderende beelden, Tzum
  • “Het echte vuur van deze bundel zit in het ongemak;”
    Maarten Buser op Literair Nederland

Gedichtenanalyse

  • ‘Optellen’ (p. 12) door Eric van Loo op ooteoote.nl

Prijzen

  • Jan Campert-prijs 2017
    Uit het juryrapport:
    Als er één dichter is die zich sinds Campert heeft gebogen over het ‘tijdlijk lot’ van het hart, en hoe je jezelf overeind moet houden tijdens zware dagen, zonder daarbij aan integriteit in te boeten, is het Langelaar wel. Vonkt is een bundel vol verzet: tegen de tijd, tegen verwachtingen. Hoe je je eigen weg kan vinden als de omstandigheden onwrikbaar lijken en dat er een midden is tussen lust en last, radeloosheid en redding. Het enige dat je daarvoor hoeft te doen is je eigen vonk te vinden.
  • Nominatie Herman de Coninckprijs 2018
    Uit het juryrapport:
    “Van alle bundels is dit misschien wel de meest voorleesbare, vol welluidende verzen met beklijvende beelden die nog lang blijven nazinderen. Vonkt is echter in de voornaamste plaats een avontuurlijke bundel, met een ongebreideld vitalisme als inzet én methode. Zelden lazen we gedichten die ons zo verwonderden, waarin we het gevoel hadden dat Alice het Wonderland van de dichtbundel was ingekropen en de taal vrolijk en galopperend uit alle bochten liet vliegen. Het werk van Langelaar ademt kortom niets minder dan een extase en laat ook de lezer extatisch achter – én de luisteraar, zoals u vanavond zult merken.”

Over Marije Langelaar

  • Over al haar dichtbundels én Vonkt:
    “Haar meest recente bundel Vonkt bezit een sterke, maar ook grillige, narratieve lijn. De verrassende, soms absurde, beelden en de altijd eigenzinnige, maar afgewogen taal trekken je de bundel in. Je stapt een wereld binnen die herkenbaar is in al haar ongemakkelijkheid, vreugde en slordigheid, maar die zich ook continu op sublieme wijze aan de wetten van de logica onttrekt en die ontregelt.”
    Xavier Roelens op Poetry International Web
  • Uit een interview in de Poëziekrant.
    “Onze voorouders zijn dieren, planten, mineralen, sterren en weet ik veel wat nog meer. Dat is geen dichterlijk fabeltje, dat is. En daarbinnen stroomt een hoog-elektrische levengevende stroom, die alles aanzet, laat zingen en vibreren. Ik heb een grote, onstuitbare drang om alles op een heel zintuiglijke manier te willen ervaren. Overal met mijn vingers in, handen in de klei, in alle rivieren, willen versmelten. Hoe werkt het? Hoe gaat het? Immens nieuwsgierig zijn naar de aarde en al haar bestaansvormen. Me op de grond neerleggen en inwrijven met zand en bladeren. Rechtstreeks de put in. Als een nieuweling, dronken van hartstocht. En ja, overal in. En waarom? Omdat de ervaring levend maakt. Ik wil op die manier alles een hartslag geven.”